Dag

Dag, daar ga je, daar ging je, en ik hoor het pas nu. Daar ging je en dat is goed,
want zo ging het niet meer. Ik heb een boek, wat polaroids en wat mooie verhalen.
Die gaan niet zomaar, zo weg als jij.


Je ging weg zoals je altijd ging, zo zonder dat ik het door had, niet zo van:
" Nou, dag Moniiq & tot ziens", nee, je ging altijd gewoon als ik met iemand
anders aan het lachen was, zo zonder die last van 'dag'-zeggen. En dan opeens
was je weg en tien minuten later keek ik verbaasd om me heen. Maar dan was
je al gegaan, al kwamen we elkaar een uurtje later wel weer tegen, of soms een
paar dagen.

En ook nu, zomaar, al kon ik wennen aan je weg-zijn want je was zeg maar in
slaap gevallen aan tafel. Zo half weg, zo plotseling. Zo slapend. En ook nu zag
ik je niet echt weggaan, en niemand kon mij vertellen dat je wegging, want die
iemanden, nu ja, die zie ik nooit meer. Druk enzo. Maar dat wist je wel, en je
liet mij gewoon druk zijn en toen ging je. En dat is goed, want zo ging het niet
meer, zo maandenlang slapend.

En net als altijd, wanneer ik pas merkte dat je weg was gegaan als ons eten
werd gebracht, en ik dat dan maar met de anderen opat, zo ging je ook nu.
Ik heb niks gemerkt, iemand anders wel, gelukkig. Een emailtje dat ze
over je spreken in het Parool, zo ben je gegaan voor mij. Godverdomme,
had je niet één keer gewoon kunnen zeggen: nu, dag Moniiq, tot over
een uurtje?

Ze schrijven over je in de krant. Maar ik heb een boek, en polaroids, en
mooie verhalen, en die gaan niet zomaar. Zo zomaar als jij. Maar het past
wel bij je, zo van: ik ben er niet geweest, laat alleen wat letters na, en verder bemerken
de mensen niet dat ik ga. Het klopt alleen niet, ik heb meer sporen nog, en niet
alleen een boek, en polaroids en mooie verhalen.


Zo zomaar kun je heus niet gaan, zo en passant geleefd, oh nee. Je bent er
nog op meer manieren, zoals je ook soms naast me liep toen je sliep. Zo
zomaar ben je niet gegaan, al ging het niet meer. Eigenlijk ben je er nog,
weet je dat? Zo zomaar ging je niet. Als ik je aanraak, krul je je glimlachend
op in de dood. Zo ben je er nog. Dag, tot over een uurtje.

 

Moniiq

terug