De oude koloniaal

Ik wilde hem graag weer even spreken en voorstellen aan mijn nieuwe vriendje.
En dus gingen we naast het kaasfonduerestaurant eerst een glas champagne
drinken in het wijnproeflokaal.

Hij zat er niet en er was nieuw personeel. Maar omdat de oude koloniaal al
zo oud was en ik hem al een paar maanden niet had gezien besloot ik toch maar
even te informeren.

'Komt de oude koloniaal hier nog wel?' vroeg ik de dame van de champagne.
'Ken jij die dan?' klonk de wedervraag en ik verbaasde me even. 'Wel...kennen
kennen. Ik spreek hem hier vaak, kom soms bij hem thuis en we zijn eens
naar het casino geweest, ik, een vriendin en de koloniaal.'

'Ah! Dat ben jij! Toen in smoking met mooie jongedames in 't lang, ja daar
vertelt-i nog vaak over!' Even glimlachte ze, maar toen vertelde ze dat de oude
koloniaal een uur daarvoor per ambulance was afgevoerd, waarschijnlijk met
een hersenbloeding of iets van dien aard. En zij was erg ongerust en wachtte
op nader bericht.

Na de kaasfondue (stilton voor hem en iets normandisch voor mij) liepen we
weer even terug. Een herseninfarct was het geweest, er leek iets verlamd aan de
rechterkant maar hij was buiten levensgevaar. Ik kreeg nog een adres op van
ziekenhuis en kamer, vertelde de dame dat ze hem inderdaad gedag moest zeggen
van me, al dan niet via zijn vrouw en liep weer richting mijn roze wolk.

Ik was niet van plan op korte termijn langs te gaan, de oude koloniaal had veel
vrienden die hem veel beter kenden, minimaal twee echtgenotes (mogelijkerwijs
meer) en diverse kinderen. Eerst maar eens een weekje wachten, dan zou ik wel
weer informeren.

Hij had zijn hele leven gewerkt voor een of andere handelsmaatschappij,
en altijd in verre oorden. Iets met rubber, koffie of cacao, u kent dat wel.
Mooie verhalen had-i daarover. En een stoere attitude.

Op een dag besloten we naar het casino te gaan, zodat ik en een wederzijdse
vriendin weer eens in het lang konden en hij in smoking. Hij deed wat moeizaam
over het afspreken op een bepaalde dag, wegens vroeg op moeten staan om te
werken. Ik verbaasde me, hij was immers al 70 en al langer gepensioneerd dan
vijf jaar (tropenjaren, goed geboerd hebben enzo). En toen bekende hij dat-i het
neefje van zijn zoveelste vrouw soms hielp om de kosten van diens nieuwe grand-
cafe te drukken. Vijf dagen per week stond-i vroeg op, om tafellakens koks- en
kelnerkostuums en servetten te strijken. De oude koloniaal. Op mijn reactie dat-i
toch vrijwel nachtelijks tot middernacht in het proeflokaal wijn dronk hoorde ik
voor het eerst zijn gevleugelde woorden: 's avonds een haan, 's ochtends een haan.
Dat, en heb maar geen angst heb ik hem vaak horen zeggen.

Wij werden die casino-avond door zijn vrouw bewonderd en uitgezwaaid, de
koloniaal nam ons mee uit dineren en nadat we later al ons geld verloren hadden
aan de roulette- en black jacktafels hebben we ons tot drie uur 'smorgens bedronken
in diverse kroegen.

Als ik hem verkouden tegenkwam ontdekte ik de volgende ochtend een advies op
mijn antwoordapparaat om vooral hot coldrex te drinken voor ik weer de deur uitging.

Gisteren stond op mijn antwoordapparaat dat-i inmiddels toch was overleden, de
oude koloniaal, al leek hij niet in levensgevaar te zijn. Dat is beter dan op je 71e half
verlamd zijn, bedacht ik mij. Ik hoop dat ook zijn wat jongere vrouw ermee kan leven
dat-i zijn motto in zekere zin tot het eind toe in acht heeft genomen.
's Ochtends een haan, 's avonds een haan.

Moniiq

terug